Beelddenken, of ook wel visueel-ruimtelijk denken genoemd, is een manier van denken in beelden en gebeurtenissen. De meeste mensen denken dat iedereen op dezelfde manier denkt, maar dit berust op een misverstand.
Test
Hoe denk jezelf? Denk je in woorden of in beelden? We nemen de proef op de som. Denk eens aan de zon. Wat zie je? Het woord ‘zon’ of het ‘plaatje’ of misschien wel allebei tegelijk?
ZON of
Taaldenken is een manier van verbaal denken. Dit betekent dat iemand voornamelijk in woorden en zinnen denkt. De meeste mensen denken verbaal, maar dit is niet altijd zo geweest.Doe je ogen eens dicht en stel je het woord ZON eens voor. Wat zie je? De meeste mensen zien dan in gedachten de letters Z-O-N voor zich. Deze manier van denken wordt taaldenken of begripsdenken genoemd.
Bij de geboorte is ieder mens voor 100% een beelddenker. Een baby kent woorden en zinnen nog niet. Hij ziet alleen maar beelden. Gaandeweg de ontwikkeling leren kinderen praten en worden klanken gekoppeld aan beelden.
Als een kind naar school gaat, dan leert het in het huidige onderwijssysteem opeens dat het woord ‘zon’ niet de zon is, die je ziet, maar dat het bestaat uit losse letters met een vooraf bepaalde vorm in een vooraf bepaalde volgorde: z-o-n.
Kinderen die aanleg hebben voor denken in taal, leren praten door de klanken die zij van volwassenen opvangen te imiteren en ze passen daarbij al lerende het ordeningsprincipe van volgorde toe. Wat het kind vertelt, komt in volgorde overeen met hoe de volwassenen het vertelt, op volgorde van tijd: verbaal denken.
Wanneer dit proces zich goed ontwikkelt, gaat het denken in beelden (non-verbaal denken) steeds verder over in taal (taaldenken). Rond een jaar of tien is dit proces voltooid en kun je zeggen of iemand een echte beelddenker is of een echte taaldenker.
De meeste mensen kunnen zowel in beelden als in taal denken: tussen de 40% en 60%. Een beelddenker zal altijd voor meer dan 60% in beelden denken. Een taaldenker voor minder dan 40%.
Hoe herken je een beelddenkend kind?
1. Slecht luisteren
Beelddenkers hebben een voorkeur voor het visuele, zij hebben hierdoor moeite met het ordeningsprincipe. Ze zien wat er wordt gezegd, maar kunnen slecht gericht luisteren. Ze lijken soms geen oren te hebben.
Ouders van beelddenkertjes roepen daarom nog wel eens tegen hun kind ‘Waarom luister je nou nooit?’ Het scheelt al heel veel als je beseft dat dit geen onwil is, maar onmacht! Een simpele oplossing is om de opdracht/de vraag mondeling te laten herhalen. Het uitspreken van wat je moet doen, helpt een beelddenker om beter te onthouden.
2. Dromerig
Op school laat de beelddenker vaak ook ‘dromerig’ gedrag zien. Hij/zij lijkt simpelweg niet op te letten, maar dit is maar schijn! Het beelddenkende kind heeft tijd nodig om beelden om te zetten in taal. Het duurt dus vaak wel even voor hij/zij daadwerkelijk aan de slag gaat!
3.Nazeggen
Beelddenkende kinderen zeggen dingen na, zoals ze die in zichzelf horen, maar ze luisteren niet goed naar hoe het werkelijk klinkt. Ze vertellen dus vaak iets wat er een beetje op lijkt. De omgeving zal dit pas opmerken bij het schrijfonderwijs (dictee, opstellen, etc).
4.Geen touw aan vast te knopen
Beelddenken is een oorspronkelijk proces waarbij visuele, auditieve en zintuiglijke informatie gelijktijdig wordt verwerkt. Het is daarom nog wel eens een chaos in het hoofd van een beelddenker. Als het beelddenkende kind een verhaal vertelt, is er vaak geen touw aan vast te knopen. Beelden komen namelijk niet netjes op volgorde binnen!
5.Snel afgeleid
De ogen zijn voor beelddenkers het belangrijkste zintuig. Ze zijn hierdoor vaak snel afgeleid. Als ze een geluid horen, dan moeten ze ´zien´ waar het vandaan komt!
6.Associatief
Beelddenkers zijn zowel ruimtelijk als visueel ingesteld. Zij denken associatief en zien situaties en gebeurtenissen voor zich.
Bij het horen van het woord ‘zon’ zien zij niet het woord voor zich, maar zij nemen waar met al hun zintuigen. Zij zien een ronde, gele bol hoog aan de hemel staan, zij zien de stralen om de zon en ze voelen de warmte van de zon op hun lijf.
7.Nooit verwacht!
Beelddenkers hebben moeite met het verwerken van de tijd en volgorde. Zij willen informatie gelijktijdig verwerken. Op school ligt de nadruk echter juíst voor het grootste gedeelte op de verwerking van informatie naar tijd en volgorde, zoals bij het spellen en lezen, waarbij losse letters in een bepaalde vorm en in een bepaalde volgorde gezet moeten worden.
8. Lees-en spellingproblemen
Omdat op school volgorde juist een grote rol speelt bij het lees-en spellingonderwijs ontstaan er dus regelmatig problemen met het lezen en spellen. Een veelgehoorde uitspraak van de juf/meester is: “We hebben dit niet zien aankomen, we hadden dit niet verwacht!” De leerkracht denkt dan nog wel eens aan dyslexie, maar hoewel een beelddenkend kind dezelfde soort problemen kan vertonen hebben deze problemen een geheel andere oorzaak.
8.Voorkeur voor beelden
De meeste kinderen leren in de loop van de jaren de taal te gebruiken als denk-en communicatiemiddel. Bij beelddenkers komt het taaldenken niet voldoende op gang. Ze blijven bij voorkeur in beelden denken. Nu kan iedereen in beelden denken, maar beeld-denken is iets totaal anders dan beeld-vormen wat de meeste mensen doen.
Het Wereldspel is een uniek non-verbaal onderzoeksinstrument waarmee beelddenken kan worden vastgesteld. Het is op dit moment het enige non-verbale onderzoeksinstrument in Nederland. Het is bewezen effectief en de inzet ervan laat elke keer weer zijn enorme toegevoegde waarde zien. Ook vanuit het buitenland, o.a. vanuit de VS is er veel belangstelling voor de onderzoeksinstrument.
Klik op de link voor meer informatie over het beelddenken en het Wereldspel.
Ken je iemand voor wie dit artikel ook nuttig kunnen zijn? Deel het dan alsjeblieft en stuur het naar je netwerk. Hoe meer kennis er over beelddenken is, hoe meer begrip!
Hoi Brigitte,
Wat een duidelijk blog. Ik herken mijn oudste er volledig in. Heb altijd vermoed dat hij beelddenker zou kunnen zijn, en jouw blog bevestigt dit. Dank je wel!
Groet,
Petra